Feb 16 2019 |
Logged in as : test
Question
1
Het getekende voorwerp wordt over een afstand van 5 m naar rechts verplaatst. Hoeveel arbeid wordt er door de getekende kracht F tijdens deze verplaatsing verricht.
0 J
250 J
100 J
500 J
Question
2
Het getekende voorwerp wordt over een afstand van 5 m naar rechts verplaatst. Hoeveel arbeid wordt er door de getekende kracht F tijdens deze verplaatsing verricht.
100 J
500 J
250 J
0 J
Question
3
Twee hijskranen verplaatsen een even grote last over dezelfde afstand maar de tweede kraan doet dit in de helft van de tijd van de eerste. De door de tweede kraan geleverde arbeid is dan:
Twee keer zo groot als dat van de eerste hijskraan.
Gelijk aan dat van de eerste hijskraan.
Twee keer zo klein als dat van de eerste hijskraan.
Vier keer zo groot als dat van de eerste hijskraan.
Question
4
Twee hijskranen verplaatsen een even grote last over dezelfde afstand maar de tweede kraan doet dit in de helft van de tijd van de eerste. De door de tweede kraan geleverd vermogen is dan:
Twee keer zo groot als dat van de eerste hijskraan.
Gelijk aan dat van de eerste hijskraan.
Twee keer zo klein als dat van de eerste hijskraan.
Vier keer zo groot als dat van de eerste hijskraan.
Question
5
De kortetermijnleveranciers van energie in voedingsmiddelen zijn de:
Koolhydraten en eiwitten.
Koolhydraten
Vetten
Eiwitten
Question
6
De thermische of inwendige energie van een voorwerp is:
De kinetische energie plus de VanderWaalsenergie van de moleculen of atomen.
De kinetische energie van de moleculen of atomen.
De VanderWaalsenergie van de moleculen of atomen.
De potentiële energie van de moleculen of atomen.
Question
7
Een heiblok van 15 kg wordt 1 m opgetild. De zwaarte-energie van dit blok neemt toe met:
147 J
180 J
160 J
155 J
Question
8
Een vrachtauto met een totale massa van 30 ton rijdt met een snelheid van 30 m/s. De kinetische energie van deze auto bedraagt:
13,5 kJ
175 MJ
175 kJ
13,5 MJ
Question
9
Een voorwerp wordt door een horizontale kracht van 250 N voortgetrokken en legt daarbij een afstand af van 10 m. De door deze kracht geleverde arbeid is:
2,5 kW
2500 J
250 W
250 J
Question
10
Een kist ligt op een horizontaal vlak. Als de kracht schuin omhoog gaat werken zal de wrijving tussen voorwerp en draagvlak:
Nul worden.
Kleiner worden.
Gelijk blijven.
Groter worden.
Question
11
Een elektromotor met een opgenomen vermogen van 1,5 kW heeft een rendement van 85%. Deze motor produceert aan warmte:
225 W
1275 W
225 J
1275 J
Question
12
Een elektrisch aangedreven hefbrug drukt een auto van 2000 kg in 15 seconden 1,8 m omhoog. Het totale rendement van de installatie bedraagt 32%. De energietoename van de auto bedraagt:
35,3 kJ
2,4 kW
17,3 kJ
7,4 kW
Question
13
Een elektrisch aangedreven hefbrug heft een auto met een rendement van 32% omhoog. De energietoename van deze auto bedraagt 25 kJ. De daarvoor door de gehele installatie uit het lichtnet opgenomen energie is:
78 kJ
8 kJ
33kJ
25 kJ
Question
14
Een elektrisch aangedreven hefbrug drukt een auto van 2500 kg in 15 seconden 1,8 m omhoog. Het totale rendement van de installatie bedraagt 32%. Het opgenomen vermogen van deze brug is dan:
44 kJ
9,2 kW
2,9 kW
138 kJ
Question
15
In een woonhuis staat een cv-ketel met een vermogen van 28 kW. Het totale warmteverlies bedraagt op zeker moment 16 kW. Om de temperatuur constant te houden moet de ketel een vermogen leveren van:
0 kW de woning is immers op de gewenste temperatuur!
Tussen de 16 en de 28 kW. De kachel heeft een rendement dat beneden de 100% ligt.
28 kW leveren om alle warmteverlies te compenseren. Zo is de kachel immers berekend.
16 kW om alle warmteverlies te compenseren.
Questionmark OnDemand licensed to ThiemeMeulenhoff BV