Feb 20 2019 |
Logged in as : test
Question
1
Hier staan de organisatieniveaus die je binnen de functionele anatomie kunt onderscheiden. Zet ze in de goede volgorde; begin bij de kleinste functionele eenheid en eindig bij het meest complexe organisatieniveau.
weefsels
1
6
4
2
5
3
mens
1
6
4
2
5
3
cellen
1
6
4
2
5
3
orgaanstelsels
1
6
4
2
5
6
organisme
1
6
4
2
5
3
organen
1
6
4
2
5
3
Question
2
Welke functie(s) kan water in het lichaam hebben?
Alle hier genoemde functies.
Water is een transportmedium.
Water is een oplosmiddel.
Water is een warmtebuffer.
Question
3
Zijn de volgende stellingen juist of onjuist?
Een orgaan kan maar uit één type weefsel bestaan.
juist
onjuist
De nier is een voorbeeld van een orgaanstelsel.
juist
onjuist
Functiesystemen en orgaanstelsels vertegenwoordigen hetzelfde organisatieniveau binnen de functionele anatomie.
juist
onjuist
Een orgaanstelsel bestaat uit meerdere organen.
juist
onjuist
Question
4
Wat verstaat men onder homeostase?
Het constant houden van de zuurgraad en de temperatuur van het bloed.
Het constant houden van het intracellulaire milieu in het lichaam.
Het constant houden van het zuurstofgehalte in het lichaam.
Het constant houden van het inwendige milieu van het lichaam.
Question
5
Kies het juiste antwoord.
Het lumen van de dunne darm behoort tot het
uitwendige milieu
inwendige milieu
Bloed behoort tot het
uitwendige milieu
inwendige milieu
Het extracellulaire vocht rondom weefselcellen behoort tot het
uitwendige milieu
inwendige milieu
Het lumen van de bloedvaten behoort tot het
uitwendige milieu
inwendige milieu
Het lumen van de luchtpijp behoort tot het
uitwendige milieu
inwendige milieu
Interstitiële vloeistof behoort tot het
uitwendige milieu
inwendige milieu
Question
6
Hoeveel liter water zit er ongeveer in het lichaam van de standaardmens?
60 liter
5 liter
40 liter
10 liter
Question
7
Waar bevindt zich het meeste water in het lichaam van de standaardmens?
in de cellen
in het uitwendige milieu
tussen de weefselcellen
in de bloedvaten
Question
8
Welke van de hier genoemde functies zijn
niet
van toepassing op het circulatiestelsel?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
transporteren van voedingsstoffen
onttrekken van voedingsstoffen aan het u.m.
transporteren van bloedcellen
uitwisselen van zuurstof en koolstofdioxide tussen het i.m. en het u.m.
uitscheiden van afvalstoffen naar het u.m.
uitwisselen van voedingsstoffen en afvalstoffen in het i.m.
rol spelen bij de afweer van het lichaam
transporteren van warmte
transporteren van gassen
transporteren van afvalstoffen
Question
9
Zijn de volgende stellingen juist of onjuist?
In de longen wordt koolstofdioxide uit het u.m. opgenomen en aan het i.m. afgegeven.
juist
onjuist
In de hersenen wordt koolstofdioxide opgenomen in het bloed en zuurstof afgestaan aan de hersencellen.
juist
onjuist
De door de schildklier afgegeven hormonen worden door het darmkanaal naar de cellen vervoerd.
juist
onjuist
De afvalstoffen die het urinewegstelsel uitscheidt zijn onder andere ureum, zouten en koolstofdioxide.
juist
onjuist
Question
10
Welke van de genoemde stelsels zijn vegetatieve orgaanstelsels?
zenuwstelsel, circulatiestelsel, hormonaal stelsel, urinewegstelsel
ademhalingsstelsel, motorisch stelsel, urinewegstelsel, spijsverteringsstelsel
urinewegstelsel, spijsverteringsstelsel, circulatiestelsel, huid
circulatiestelsel, zenuwstelsel, huid en ademhalingsstelsel
Question
11
Zijn de volgende stellingen juist of onjuist?
Het op elkaar afstemmen van de vegetatieve functies noem je vegetatieve sensoriek.
juist
onjuist
Voortplanting is een vegetatieve functie.
juist
onjuist
Transport van voedingsstoffen naar de cellen is de taak van het spijsverteringsstelsel.
juist
onjuist
De huid is te beschouwen als een functiesysteem.
juist
onjuist
De temperatuur van badwater neem je waar door middel van vegetatieve sensoren.
juist
onjuist
Vegetatieve functies zijn functies die ten dienste staan van het levensonderhoud van cellen.
juist
onjuist
Question
12
Sleep de juiste letter naar de juiste plaats.
a
opname van voedingsstoffen vanuit het uitwendige milieu (m.i.)
b
inademing / uitademing
c
ontlasting
d
hart
e
zuivering van het bloed
f
longen
g
opname van zuurstof in het bloed/ afgifte van koolstofdioxide aan de longen
h
nier
i
uitwisseling tussen bloed en inwendige milieu (m.i.) van de weefselcellen
j
overdracht van voedingsstoffen aan het bloed
Question
13
Voedingsstoffen worden via de wand van de dunne darm opgenomen in het bloed. Via welk stelsel bereiken deze voedingsstoffen uiteindelijk de cellen?
via het circulatiestelsel
via het hormonale stelsel
via het spijsverteringsstelsel
via het urinewegstelsel
Question
14
Sleep elk begrip naar de juiste plaats.
Question
15
Welke stelsels zijn verantwoordelijk voor de vegetatieve regulatie?
het motorische stelsel, het hormonale stelsel en het willekeurige zenuwstelsel
het circulatiestelsel en het hormonale stelsel
het motorische stelsel, het zenuwstelsel en het hormonale stelsel
het vegetatieve zenuwstelsel en het hormonale stelsel
Question
16
Kies het juiste antwoord.
Voor je de volgende trap oploopt wil je eerst even uitrusten. Dit is een voorbeeld van
vegatieve integratie
animale integratie
Als je langere tijd niet drinkt, krijg je dorst. Dorst krijgen is een voorbeeld van
vegatieve integratie
animale integratie
Als je iets inslikt, komt even later de maagsapproductie op gang. Dit is een voorbeeld van
vegatieve integratie
animale integratie
Als je het koud hebt, word je bleek. Dat komt doordat het zenuwstelsel de bloedvaten in de huid doet vernauwen. Dit is een voorbeeld van
vegatieve integratie
animale integratie
Als je drie trappen achter elkaar op rent, ga je hijgen. Het moeten hijgen is een voorbeeld van
vegatieve integratie
animale integratie
Je hoort iets en loopt naar de plaats waar het geluid vandaan komt. Dit is een voorbeeld van
vegatieve integratie
animale integratie
Question
17
Wat is
niet
van toepassing op animale integratie?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Het hormonale stelsel speelt er altijd een rol bij.
Animale integratie gaat gepaard met bewuste reacties.
Je kunt er geen invloed op uitoefenen.
Het motorisch stelsel is erbij betrokken.
Er is zintuiglijke informatie van de buitenwereld voor nodig.
Question
18
Hoe is de zelfhandhaving van de mens mogelijk?
Zelfhandhaving is mogelijk door de animale integratie.
Zelfhandhaving is mogelijk door vegetatieve integratie.
Zelfhandhaving is alleen mogelijk door gelijktijdige vegetatieve en animale integratie.
Zelfhandhaving is mogelijk doordat de mens zich kan voorplanten.
Question
19
Welk orgaanstelsel is met name toegerust voor de soorthandhaving van de mens?
het circulatiestelsel
het hormonale stelsel
het urinewegstelsel
het voortplantingsstelsel
Question
20
Kies het juiste antwoord.
Wanneer je in korte tijd veel zoute drop eet, krijg je dorst. Dat is een voorbeeld van
zelfhandhaving
soorthandhaving
Als een moeder haar zuigeling hoort huilen, komt er spontaan melk uit haar tepels. Dit is een voorbeeld van
zelfhandhaving
soorthandhaving
Een snijwond is na een tijdje genezen. Dit is een voorbeeld van
zelfhandhaving
soorthandhaving
Ouders brengen hun kinderen in een beschermde omgeving groot. Dit is een voorbeeld van
zelfhandhaving
soorthandhaving
Je verbetert je conditie door wekelijks drie keer te fitnessen. Dit is een voorbeeld van
zelfhandhaving
soorthandhaving
Een jongen gedraagt zich stoer wanneer hij langs een groepje meisjes komt. Dit is een voorbeeld van
zelfhandhaving
soorthandhaving
Questionmark OnDemand licensed to ThiemeMeulenhoff BV