Question
1
Waardoor wordt de productiecapaciteit in een economie
niet
bepaald?
De bezettingsgraad.
De kwaliteit van het management.
De arbeidsproductiviteit.
Question
2
Wat verstaan we onder de rationele overcapaciteit?
Overcapaciteit die ontstaat in een teruglopende conjunctuur.
Overcapaciteit die ontstaat doordat ondernemers te optimistisch zijn over de groei van de bestedingen.
Overcapaciteit die voor eventualiteiten achter de hand wordt gehouden.
Question
3
Waardoor kan de macrovraaglijn naar rechts verschuiven?
Lagere tarieven van de loon- en inkomstenbelasting.
Een daling van het consumentenvertrouwen.
Een toename van de arbeidsproductiviteit.
Question
4
In de periode 1995-2000 groeide de Amerikaanse economie in een verbazend hoog tempo. Een snelle groei die dit keer niet gepaard ging met een oplopende inflatie. Hoe kan dit verschijnsel van inflatievrije groei worden verklaard?
De krapte op de Amerikaanse arbeidsmarkt.
De snelle groei van de informatietechnologie.
De sterke daling van de dollarkoers.
Question
5
Wat gebeurt er met de normale bezettingsgraad als de macrovraag toeneemt?
Die blijft gelijk.
Die neemt af.
Die neemt ook toe.
Question
6
Wat verstaat men onder het macroaanbod?
De hoeveelheid product die de gezamenlijke aanbieders willen aanbieden bij uiteenlopende prijsniveaus.
Het deel van de productiecapaciteit dat de aanbieders bewust niet inschakelen om een bepaalde reserve te hebben om een plotselinge stijging van de macrovraag te kunnen opvangen.
Dat is de normale bezettingsgraad.
Question
7
Waardoor kan de macro-aanbodlijn naar rechts verschuiven?
Een toename van het consumentenvertrouwen.
Een stijging van de loonkosten.
Een stijging van het producentenvertrouwen.
Question
8
Stel dat het consumentenvertrouwen toeneemt. Hoe zou dit de ligging van de GV-lijn of de GA-lijn beïnvloeden?
De GV-lijn schuift naar rechts.
De GA-lijn schuift naar rechts.
Beide lijnen schuiven naar rechts.
Question
9
In welke situatie zal een vergroting van de bestedingen uitsluitend leiden tot een hoger algemeen prijspeil?
Als de GA-lijn verticaal verloopt.
Als de GA-lijn horizontaal verloopt.
Als de GA-lijn stijgend verloopt.
Question
10
Stel dat de lonen in een jaar nominaal met 3% stijgen en dat de arbeidsproductiviteit met 4% toeneemt. Verder nemen we aan dat het gemiddeld prijspeil niet verandert. Welke invloed zal dit hebben op de macrovraag en/of het macroaanbod?
Beide schuiven naar rechts.
De macrovraag gaat naar rechts, maar het macroaanbod verandert niet.
De macrovraag gaat naar rechts, maar het macroaanbod gaat naar links.
Questionmark OnDemand licensed to ThiemeMeulenhoff BV