1Welke twee doelen heeft de schrijver bij een uiteenzetting?
2Noteer drie signaalwoorden met een redengevend verband.
3Noteer vijf manieren om een pakkende inleiding op te bouwen.
4
11Welke alinea('s) vormt/vormen de inleiding van de tekst? Kies het beste antwoord. Tekst.
17a