Question
1
Waarom is samenwerken met andere hulp- en dienstverleners nodig? Kies het antwoord dat het meest juist is.
Om de beeldvorming over het werk te verbeteren.
Omdat cliënten anders te veel hulpverleners over de vloer krijgen.
Om het eigen hulpverleningsproces te verbeteren.
Omdat samenwerking en afstemming leiden tot de meest optimale hulpverlening.
Omdat je samen de ethische vragen en dilemma’s beter kunt aanpakken.
Question
2
Waardoor ontstaat slechte samenwerking? Kies het antwoord dat het meest juist is.
Slechte voorlichting over de hulp- en dienstverlening.
Te solistische hulpverleners.
Onvoldoende besef van morele plicht tot samenwerking bij hulpverleners.
Te hoge caseload en daarom te weinig tijd om goed samen te werken.
Hulpverleners die in hun opleiding onvoldoende leren over samenwerken.
Instellingen/managers zijn te veel markt- en concurrentiegericht.
Question
3
De inzet van hulpverleners met een brede deskundigheid en een integrale aanpak biedt vele voordelen. Kies het antwoord dat het meest juist is.
Minder hulpverleners over de vloer.
Meer overzicht bij minder hulpverleners.
Sneller ingrijpen door hulpverleners mogelijk.
Cliënt is beter af bij minder versnippering van de hulpverlening.
Betere regie over de samenwerkende hulpverleners.
Alle bovenstaande antwoorden zijn juist.
Question
4
Waarom is samenwerken met vrijwilligers en mantelzorgers belangrijk? Kies het antwoord dat het meest juist is.
Dan zijn er minder betaalde hulpverleners nodig.
Die zijn soms net zo deskundig als gediplomeerde hulpverleners.
Die vormen een essentieel onderdeel van het sociale netwerk van de cliënt.
Hoe meer aandacht de cliënt krijgt, des te beter.
Question
5
Het aannemen van stagiaires is belangrijk voor instellingen. Waarom is dat belangrijk? Er kunnen meer antwoorden juist zijn.
Zij kunnen de instelling een spiegel voorhouden.
Zij kunnen de makkelijkste, maar tijdrovende klussen doen.
Er zijn dan minder betaalde hulpverleners nodig.
Zij brengen nieuwe ideeën en ontwikkelingen in.
Question
6
Hoe in de onvrijwillige hulpverlening te reageren op wantrouwen?
Duidelijke belofte doen aan de (beoogde) cliënt.
Duidelijkheid geven aan de (beoogde) cliënt over de professionele relatie.
Zo snel mogelijk een samenwerkingspartner erbij te halen.
Zo snel mogelijk veel vertrouwen geven.
Question
7
Wanneer mag je met andere hulpverleners over cliënten praten? Er kunnen meer antwoorden juist zijn.
Als de cliënt daarvoor toestemming heeft gegeven.
Als daardoor de samenwerking verbetert.
Als dat efficiënt is voor de hulpverlening en samenwerking.
Als levensbelangen ernstig worden bedreigd.
Als je dat achteraf verantwoordt.
Question
8
Om in een groepsoverleg over een cliënt te mogen praten (er is geen sprake van bedreigde levensbelangen) moet aan enkele voorwaarden (tegelijk) worden voldaan. Welke voorwaarde hoort hier niet thuis?
Alle deelnemers vertrouwen elkaar goed.
Alle deelnemers hebben een directe relatie met de cliënt.
Het overleg heeft tot doel de belangen van de cliënt te behartigen.
Het overleg heeft tot doel de hulpverlening beter op elkaar af te stemmen.
De cliënt wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd over het overleg.
De persoonsgegevens die worden verstrekt, zijn noodzakelijk voor het realiseren van het gerechtvaardigde doel.
Questionmark OnDemand licensed to ThiemeMeulenhoff BV