Question
1
Waar of niet waar: 36 x 46 = 1236?
waar
niet waar
Question
2
Geef aan welke uitspraken waar kunnen zijn en welke absoluut niet waar kunnen zijn.
I In de benzinetank van mijn brommer gaat wel 50 liter.
II Bij de bouw van een gewoon woonhuis worden voor het metselen van de voorgevel wel 10.000 stenen gebruikt.
Uitspraak I kan waar zijn, uitspraak II kan waar zijn.
Uitspraak I kan waar zijn, uitspraak II kan absoluut niet waar zijn.
Uitspraak I kan absoluut niet waar zijn, uitspraak II kan waar zijn.
Uitspraak I kan absoluut niet waar zijn, uitspraak II kan absoluut niet waar zijn.
Question
3
Waar of niet waar: 36 x 34 = 1224?
waar
niet waar
Question
4
Is de volgende bewering waar of niet waar?
Bij het concert waren ongeveer 6500 betalende bezoekers die tesamen 200.000 euro hadden betaald. Een toegangskaartje kostte dus ongeveer 30 euro.
waar
niet waar
Question
5
Welke van de volgende getallen 27, 78, 91, 121 zijn driehoeksgetallen?
27 en 91
78 en 91
78 en 121
27 en 121
Question
6
Is de volgende bewering waar of niet waar?
Een getal dat op 3 eindigt kun je door 3 delen.
waar
niet waar
Question
7
Het getal 12,034 bevat:
3 tienden en 4 honderdsten
0 tienden en 3 honderdsten
1 tiental en 4 honderdsten
2 helen en 3 tienden
Question
8
Rond het getal 73,058 af op helen.
72
73
73,0
Question
9
Welk getal hoort op de plaats van het vraagteken in onderstaande getallenmuur?
?
... ...
47 ... 39
21 ... ... 23
89
190
172
170
Question
10
Is de volgende bewering waar of niet waar?
Een getal dat deelbaar is door 5 is ook deelbaar door 10.
waar
niet waar
Questionmark OnDemand licensed to ThiemeMeulenhoff BV