Question
1
Wat houdt onderhouden van beroepscompetenties in? Kies het antwoord dat het meest juist is.
Kennis verwerven om aan cliënten over te dragen.
Kennis verwerven om aan beroepsregistratie te kunnen voldoen.
Kennis verwerven om eigen werk beter te kunnen uitvoeren en toetsen.
Kennis verwerven om de instelling beter te kunnen profileren.
Kennis verwerven, delen en bediscussiëren met beroepsgenoten en aanverwante professionals.
Question
2
Wat betekent moresprudentie?
De mores van een sociaal werker bestuderen en vastleggen.
Uitspraken van sociaal werkers over beroepsethiek verzamelen en bijhouden.
Morele overwegingen en keuzes analyseren en vastleggen in een voor beroepsgenoten toegankelijke wijze.
Morele dilemma’s analyseren en vastleggen in een voor beroepsgenoten toegankelijke wijze.
Morele oordelen bediscussiëren, uitwisselen en in vakbladen publiceren en laten becommentariëren.
Question
3
Waarom is moresprudentie belangrijk? Er kunnen meer antwoorden juist zijn.
Dan heeft de rechter meer zicht op de beroepsethiek van de sociaal werker.
Dan wordt de beroepsmoraal van de sociaal werker duidelijker.
Dan kunnen studenten leren van leerzame gevallen met ethische keuzes.
Dan ontstaat er meer zicht op de kennis over beroepsethiek onder sociaal werkers.
Dan kunnen sociaal werkers leren van ethische dilemma’s in de praktijk.
Dat versterkt het moreel bewustzijn van professionals.
Dat versterkt de professionele autonomie bij ethische dilemma’s.
Question
4
Wat zijn belangrijke redenen om aan collegiale toetsing te doen? Er kunnen meer antwoorden juist zijn.
Het eigen oordeel op subjectieve aspecten toetsen.
Het eigen oordeel op discretionaire aspecten toetsen.
Moraliserend optreden stimuleren.
Het eigen oordeel op persoonlijke morele keuzes toetsen.
Het eigen oordeel toetsen aan collegiale morele visies.
Voorkomen dat er ondoordachte morele keuzes worden gemaakt.
Het eigen oordeel toetsen aan de beroepsmoraal.
Question
5
Wanneer kom je in actie bij morele keuzes van collega’s? Kies de drie antwoorden die het meest juist zijn.
Als ze een bloemetje aannemen van een cliënt.
Als ze geen zin hebben om te werken.
Als ze het vertrouwen in het beroep schaden.
Als ze structureel te laat op hun werk komen.
Als ze de belangen van cliënten schaden.
Als ze hun professionele autonomie niet serieus nemen.
Question
6
Wat is het belang van meewerken aan professionalisering van het beroep van sociaal werkers? Kies de juiste antwoorden.
Dan worden de lonen van sociaal werkers wat hoger.
Dan verbetert de kwaliteit van de hulpverlening.
Dan wordt kennis beter ontwikkeld en gedeeld.
Dan heeft de leiding meer zicht op de professionele kwaliteit van de werkers.
Dan wordt gedegen morele oordeelsvorming en moresprudentie bevorderd.
Question
7
Wat is het belang van de BPSW als beroepsvereniging in het sociaal werk? Er zijn meer antwoorden juist.
De BPSW draagt bij aan de profilering van het beroep.
De BPSW zorgt dat de lonen op verantwoord peil blijven.
De BPSW behartigt de beroepsinhoudelijke belangen van sociaal werkers.
De BPSW draagt zorg voor een beroepsprofiel en beroepscode.
De BPSW bemiddelt bij beroepsinhoudelijke conflicten binnen uitvoerende organisaties.
De BPSW organiseert het tuchtrecht van sociaal werkers.
Question
8
Wat is een beroepsregister? Er zijn meer antwoorden juist.
Een beroepsregister registreert de leden van de beroepsvereniging.
Een beroepsregister schrijft sociaal werkers in die daarmee aantonen sociaal werker te zijn.
Een beroepsregister schrijft sociaal werkers in die hebben kunnen aantonen hun beroepscompetenties te onderhouden.
Een beroepsregister zorgt voor de profilering van het sociaal werk.
Een beroepsregister draagt er middels inschrijvingsvoorwaarden toe bij dat sociaal werkers hun vak bijhouden.
Een beroepsregister draagt er middels inschrijvingsvoorwaarden toe bij dat sociaal werkers kunnen aantonen sociaal werker te zijn.
Beroepsregistratie kun je samenvatten als een keurmerk van professionaliteit.
Questionmark OnDemand licensed to ThiemeMeulenhoff BV