Introduction
Natuurkunde deel 2 B&W - Hoofdstuk 04
Question
1
Geluid is natuurkundig te beschrijven als;
een staande longitudinale golf in de lucht
een lopende transversale golf in de lucht
een staande transversale golf in de lucht
een lopende longitudinale golf in de lucht
Question
2
Welke van onderstaande geluidstrillingen klinkt het hardst?
Question
3
De eenheid van geluidsintensiteit is;
W/m
2
Bell
dB
dBA
Question
4
Als de afstand tot een geluidsbron verdubbelt, wordt de geluidsintensiteit;
6 dB lager
3 dB lager
vier keer zo klein
twee keer zo klein
Question
5
Twee geluidsbronnen leveren elk afzonderlijk een geluidssterkte van 70 dB. Gezamenlijk leveren zij een geluidssterkte van;
73 W/m
2
140 dB
140 W/m
2
73 dB
Question
6
Op een afstand van 2 m van een geluidsbron wordt een geluidssterkte gemeten van 90 dB. Het akoestische vermogen van de bron bedraagt;
2 · 10
-2
W
5 · 10
-3
W
2 · 10
-3
W
5 · 10
-2
W
Question
7
De op een bepaalde plaats gemeten geluidsintensiteit is;
omgekeerd evenredig met de afstand tot de geluidsbron
evenredig met de afstand tot de geluidsbron
omgekeerd evenredig met het kwadraat van de afstand tot de geluidsbron
evenredig met het kwadraat van de afstand tot de geluidsbron
Question
8
Bij welke frequentie zullen een dB-meter en een dBA-meter een gelijke uitslag geven?
2000 Hz
alle frequenties
4000 Hz
1000 Hz
Question
9
Een geluid met een geluidssterkte van 110 dB bij een frequentie van 50 Hz klinkt even hard als een geluid met een frequentie 1000 Hz en een geluidssterkte van;
110 dBA
107 dBA
105 dBA
100 dBA
Question
10
De gehoordrempel ligt bij een frequentie van 20 Hz bij;
70 dBA
20 dBA
0 dBA
50 dBA
Question
11
Als de temperatuur van de lucht afneemt zal de geluidssnelheid;
toenemen
gelijk blijven
kwadrateren
afnemen
Question
12
De geluidssnelheid is;
omgekeerd evenredig met de temperatuur in graden Celsius
omgekeerd evenredig met de wortel uit de temperatuur in Kelvin
recht evenredig met de temperatuur in graden Celsius
recht evenredig met de wortel uit de temperatuur in kelvin
Question
13
Geluid heeft in water een voortplantingssnelheid van 1500 m/s. Tussen een uitgezonden sonarsignaal en de bijbehorende echo zit een tijdsverschil van 0,015 s. De diepte ter plaatse bedraagt dus;
100 m
11,25 m
22,5 m
45 m
Question
14
Een toiletruimte is 2,40 m hoog. De luchtkolom in deze ruimte kan bij bepaalde frequentie resoneren. Er ontstaat dan een staande golf. De grondtoon waarbij resonantie optreedt heeft een golflengte van;
3,60 m
4,80 m
1,20 m
2,40 m
Question
15
Een toiletruimte is 2,40 m hoog. De luchtkolom in deze ruimte kan bij bepaalde frequentie resoneren. Er ontstaat dan een staande golf. De grondtoon waarbij resonantie optreedt heeft een frequentie van;
71 Hz
78 Hz
106 Hz
92 Hz
Questionmark OnDemand licensed to ThiemeMeulenhoff BV